Een terugblik op een periode waarin ik op fotografisch vlak enorm ben gegroeid. De eerste voorzichtig stappen dieper de natuur in, en kennismaking met fotografische inhoud en gevorderde technieken. Tegen 2020 aan was het beeld wat ik produceerde volledig anders dan dat in 2011.
Door de sociale omgeving op mijn werk begon ik voorafgaand aan 2011 steeds meer de zuidelijke Nederlandse kust te ontdekken. Ik verliet langzaam de kleine cocon in Delft om verder te kijken, en de aangelegde natuur te verwisselen met natuur die veel meer door zichzelf was gevormd en in stand gehouden. De Voornse en Goereese kuststrook was het beste te bereiken, maar begon al snel verder te zoeken. Uiteindelijk bleek Schouwen de mooiste kust te hebben - natuurlijk, relatief stil en leeg, en toch goed bereikbaar voor mij. Ik begon niet alleen te zoeken, maar ook te experimenteren. Langere sluitertijden trokken me hier en begon hiermee te spelen.
In de periode 2012-2014 belandde ik door de recente dood van mijn vader in een depressie en vormde de fotografie een manier van uiting en verwerking. Hier veranderde de fotografie fundamenteel naar een expressieve vorm, toen nog veelal emulerend. Ik zocht steeds meer naar een unieke beeldindeling en mijn voorkeur voor zwart-wit begon langzaam mijn fotografie over te nemen. Veel kleurenfoto's hadden een monochrome versie, maar na 2014 begon dit om te slaan naar uitsluitend zwart-wit. Ik begon zelfs in het zwart-wit te kijken - puur de lichtval, structuur en compositie kwamen hierdoor naar voren.
In de jaren 2015-2017 ging het steeds beter. Ik kwam bij van een moeilijke persoonlijke situatie, en ondernam steeds meer. Ik werd bekend met grote fotografen; grote gevestigde fotografen zoals Micheal Kenna, Paul Strand, Anton Corbijn en Nick Brand, maar ook nieuwere fotografen zoals Nick Carver en Ben Horne. Ik begon te emuleren - stijlelementen overpakken om werk na te bootsen wat ik bewonderde. Maar vooral experimenteren wat ik qua stijlelementen kon neerzetten in mijn eigen werk. Daarnaast ben ik deze periode ook lid geweest van een fotoclub in Delft; Klik. Uniek in zijn opzet, en vooral een hele leuke periode geweest.
In 2015 vind voor mij een start plaats in de analoge fotografie. Begin dat jaar koop ik mijn eerste oude camera, een Nikon F3, welke ik nog altijd met veel plezier gebruik. Al heel snel kwam ik er achter dat ik meer wilde, en een paar korte maanden later kocht ik mijn volgende oude camera, en tevens eerste middenformaat-camera; de Mamiya 645 Super. Een ook deze camera is nog altijd de grootste favoriet voor me.
In 2016 ondernam ik een tweetal reizen die voor mij openbarende uitpakte. Ik ging alleen op pad, mét analoge camera. In mei bezocht ik IJsland, toen voor "het gemak en veiligheid" ook nog met een digitale camera. Dat najaar durfde ik het in september aan om volledig met analoge camera's bepakt naar de Franse alpen te gaan. Hier vond toen een omslag plaats, waarbij ik eigenlijk alleen nog maar op film wilde fotograferen. En qua stijl en inhoud zie ik deze jaren de meest "volwassen" vorm in mijn fotografie langzaam verschijnen. Precies de goede ontwikkelingen komen op de goede tijd samen.
In 2017 keerde ik terug naar dezelfde Franse alpen, alleen toen met mijn vrouw (we waren net een paar maanden samen). Er was voor mij toen een "analoge revolutie" gaande. De digitale camera stond hoofdzakelijk op een plank in de kast, en pakte ik alleen nog voor het gemak. De eerste keuze was echter altijd een analoge camera, vooral omdat het zo veel leuker en mooier was. Een veel simpeler en (voor mij) nieuw proces, waarbij ik niet meer werd afgeleid door teveel onbelangrijke technische details en overmatig nabewerken.
De laatste jaren in de periode van deze assay zijn 2017 -2020, en op dat moment was er een omslag in mijn leven gaande. Ik verliet Delft als thuishaven, en ging een nieuw leven tegemoet. Eind 2020 was mijn eerste kind op komst. De digitale camera ging door tijdgebrek steeds weer wat meer de kast uit, maar er is altijd ergens een camera met film geladen. En dat terwijl ik alleen nog maar investeerde in oude apparatuur. Eind 2020 is de set camera's alleen nog maar completer geworden, en was het vooral zoeken naar tijd en een nieuwe manier van werken.
Ná 2020 ben ik gelukkig weer de goede kant op geslagen. Na wat wikken en wegen heb ik uiteindelijk de digitale Nikon toch maar laten liggen, en heb ik niet echt meer omgekeken. Voor het gemak pak te ik hem nog wel eens, maar vandaag de dag (augustus 2024) ben ik eigenlijk alleen nog met analoge camera's bezig. De oude digitale camera zit tegenwoordig in de tas van mijn vrouw.
De stappen die ik nu in het proces neem zijn niet meer emulerend - alleen nog maar experimenterend. Niet alleen op inhoudelijk vlak, maar veelal ook technisch. Het ontwikkelproces  en nabewerken is volledig veranderd, en ben ik aan het verkennen en verfijnen naar wat voor mij werkt. Spelen met filmontwikkeling en soorten fotografische film hoort hier ook bij. Hier valt nog genoeg over te vertellen, en dat laat ik voor een andere keer over.
Back to Top